Ochtend: tegen de wind
heft een
vogel zijn vlucht op.
Middag: aan de voet van een praatzieke fontein
kwijt een klein dier.
Avond: de bomen op de kade dopen hun donkere
takken in het water
tot de volgende dag
de zon ze weer opdregt.
Middag: aan de voet van een praatzieke fontein
kwijt een klein dier.
Avond: de bomen op de kade dopen hun donkere
takken in het water
tot de volgende dag
de zon ze weer opdregt.
Schrijver : Willem
Thies.
Als ik dit gedicht lees
stel ik me een landschap voor waar de zon ondergaat en waar de vogeltjes
fluiten. Dit is exact wat er hier op de foto afgebeeld wordt. In het gedicht
gaat het over dieren, en die foto is precies de plaats waar je fluitende vogels
en lopende kleine diertjes verwacht.
Je vindt niet echt een
parallelle constructie in dit gedicht, maar de foto is ook niet bepaald symmetrisch,
en ook daarom past ze bij het gedicht.
Zowel de vogels en de
wind van in de ochtend, als de kleine dieren van in de middag, als de takken,
het water en de zon van in de avond worden in deze afbeelding volgens mij
perfect voorgesteld, en je kan in die foto volgens mij zelfs de cyclus van de dag herkennen, wat de titel van het gedicht is.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire